Koehorst in ’t Veld over Atelier Nelly en Theo Van Doesburg
Wolkvormen
Koehorst in ’t Veld werkte de verschillende thema’s in de tentoonstelling uit in wat zij aanduiden als ‘wolkvormen’. Zo’n wolk is opgebouwd rond een specifiek werk uit de collectie, dat vervolgens van een context wordt voorzien met referentiemateriaal dat ontleend kan zijn aan de Rijkscollectie maar vaak ook afkomstig is uit andere bronnen en archieven. De recente wisseling was al voorgeprogrammeerd. Centrale stukken konden eenvoudig worden vervangen door soortgelijke werken uit de collectie, terwijl de verhaallijn – bijvoorbeeld over de toepassing van kleur of de materialisatie van de architectuur – in stand bleef. Deze thematische installaties worden aangevuld met projecties die in een opeenvolging van beelden interessante deelaspecten ontsluiten, bijvoorbeeld aan de hand van de visitekaartjes van Nelly van Doesburg, die we bij de RKD aantroffen, of de foto’s die in de loop der tijd door zeer verschillende mensen vanaf exact hetzelfde balkonnetje in het huis werden gemaakt. “Voor ons waren de verschillende archieven een constante bron van nieuwe vondsten. Vooral als we de verbanden tussen verzamelingen in het verhaal begonnen te betrekken. De rijkdom die je dan aanboort is onuitputtelijk. Daarmee sluit de tentoonstelling aan bij de ambitie van Architectuur Dichterbij dat niet alleen werkt aan de restauratie en conservering van de collectie, maar via digitalisering wil bijdragen aan de toegankelijkheid van de verzameling. “Wij zien Atelier Nelly en Theo van Doesburg als een pleidooi om bij de ontsluiting van archieven juist de veelstemmigheid te zoeken, door verbindingen tussen collecties te leggen en het publiek te betrekken bij de interpretatie van de verhalen die dan tevoorschijn komen.”
Digitalisering
Een deel van de tentoonstelling concentreert zich op de fysieke sporen die Nelly en Theo op de werken hebben achtergelaten. Opvallend genoeg ging het daar onder meer om meters plakband die inmiddels door het restauratieatelier zijn verwijderd. En om vingerafdrukken en signaturen. Gedurende het restauratieproces werd bijvoorbeeld duidelijk dat er aan bepaalde signaturen is gerommeld, en het valt niet uit te sluiten dat Nelly na het overlijden van Theo sommige ongesigneerde werken alsnog van ‘zijn’ handtekening heeft voorzien. Zulke verhaallijnen zijn uniek en laten zich niet eenvoudig aan de hand van een vergelijkbaar stuk vertellen. Die moesten dus bij de wisseling door nieuwe verhalen worden vervangen. “Naast het inzoomen op dat soort prachtige details, zien wij de tentoonstelling ook als een ruimtelijk model voor hoe je om kunt gaan met digitalisering. Je ziet hoe belangrijk het is om naar andere deelverzamelingen te kijken, bijvoorbeeld de collectie Cornelis van Eesteren met wie Theo vaker samenwerkte. Daar vind je schetsen waaraan ze gezamenlijk werkten. Of in het archief van Piet Zwart, die regelmatig in Meudon verbleef en vanaf het balkonnetje het interieur van het huis fotografeerde. Via deze archieven liep het spoor naar dat van de CIAM-congressen. Enzovoorts. Natuurlijk zijn de conservatoren van de Rijkscollectie bekend met deze onderzoekspraktijk, maar voor ons was de uitdaging hoe je zo’n steeds verder uitwaaierende zoektocht zichtbaar en toegankelijk maakt binnen een tentoonstelling."
"Digitalisering maakt het betrekkelijk eenvoudig om zo’n traject te volgen, binnen de Rijkscollectie en daarbuiten. Neem je de moeite, dan gaat er door de rijkdom aan koppelingen een wereld open. In het ontwerp van Atelier Nelly en Theo van Doesburg hebben we dat vertaald door meerdere wijzen van ontsluiting te gebruiken om de veelheid aan verhalen te vertellen. Natuurlijk zijn die keuzes arbitrair. Ze tonen onze keuze en onze interpretatie. De archiefwereld schrikt nog vaak terug voor zulke keuzes omdat ze onvoldoende academisch gefundeerd zijn. Wij doen het waarschijnlijk sneller en lichter. Maar we hebben ook niet de pretentie dat we het definitieve verhaal vertellen. Niets van wat we laten zien is onomkeerbaar. Sterker nog: we vinden het prachtig wanneer onze lezing van het materiaal tegenspraak oproept. Dat komt de veelstemmigheid van het gesprek alleen maar ten goede.”
Een essentiële verschuiving tekent zich af in de wijze waarop we digitalisering beschouwen, aldus de ontwerpers. “Vooralsnog domineert het beeld van een zuiver technische opgave. Maar de wezenlijke impact is naar onze overtuiging gekoppeld aan de culturele waarde die erin besloten ligt. Omdat digitalisering toegang geeft tot alle mogelijke dwarsverbanden en netwerken. Zo’n laag is onmisbaar om tot wezenlijk andere ontsluitingen van het erfgoed te komen.”
Architectuur Dichterbij
De collectie Theo van Doesburg wordt binnen het omvangrijke restauratieprogramma van Architectuur Dichterbij vanwege zijn bijzondere cultuurhistorische waarde uitgebreid onderzocht, geconserveerd en zo nodig gerestaureerd. Architectuur Dichterbij kijkt vanuit mogelijke, nieuwe perspectieven naar de verzameling archieven om op die basis het verzamelbeleid te herformuleren en nieuwe noties aan te reiken met betrekking tot de waardering van historische bronnen.
Interview: Gert Staal